De Sint-Martinuskerk is met zijn spel van opklimmende volumes, verschillende kleuren en ommuurde kerkhofruimte één van de mooiste laatmiddeleeuwse dorpskerken van Brabant. De kerk verschijnt vandaag als een mooi, evenwichtig geheel, met een opvallend grote toren. Maar schijn bedriegt. Deze kerk is het product van een complexe en rijk geschakeerde geschiedenis, waarin perioden van hoogconjunctuur afwisselden met donkere, dramatische jaren. Ze vertelt het uitzonderlijke verhaal van een bijzondere bedevaart, die aan de basis lag van het kerkgebouw zoals we dat nu zien. Ontdek hier de boeiende biografie van deze kerk.
Er bestond zeker al een kerk rond 1044. Maar van dat gebouw rest geen enkel zichtbaar spoor. In 1232 schonk Arnold II, de eerste heer van Wezemaal, de kerk aan de norbertijnen van de abdij van Averbode. Norbertijnen of premonstratenzers zijn geen monniken, maar reguliere kanunniken: priesters die in gemeenschap leven volgens een kloosterregel en zich ten dienste stellen van de gemeenschap, onder meer door de zielzorg in parochies. Vanaf 1234 werd de parochie bediend door niet minder dan vier norbertijnen: een ongewoon hoog aantal, want in de meeste norbertijnenparochies werden twee kanunniken geïnstalleerd (pastoor en onderpastoor). Het zegt veel over de ambities van de eerste heer van Wezemaal.
Kort voor 1400 liet een onbekende persoon om een onbekende reden in de kerk een verguld en beschilderd houten beeld van Sint-Job plaatsen. Het beeld is van hoge kwaliteit en is om meerdere redenen merkwaardig. Het stelt de oudtestamentische figuur Job niet voor op de traditionele wijze, als geduldig lijdende man, met builen bedekt, zo goed als naakt gezeten op een mesthoop, die zich met een potscherf de zweren openkrabt. Integendeel: we zien Job hier, gezeten op een gotische troon, getooid met een gouden gewaad en muts, als een triomferende profeet, die het lijden heeft overwonnen en door God in al zijn rijkdom is hersteld. Het Wezemaalse beeld toont Job met andere woorden als voorafspiegeling, als allegorie van de lijdende en verrezen Christus. De opdrachtgever bezat kennelijk niet alleen een grote geldbuidel, maar was ook vertrouwd met deze theologische betekenis van Job. De spreuk die we lezen in de opengeslagen bijbel in Jobs rechterhand ‘God gaf, God nam’ werd toegevoegd in de 18de eeuw.
Beeld van Sint-Job voorgesteld als triomferende profeet gezeten op troon, met in de linkerhand een vlammenbundel, einde 14de eeuw (© Brussel, KIK/IRPA, cliché x007391)
Het beeld trok al snel pelgrims aan. Job werd vereerd als beschermheilige tegen allerlei onheil, en als geneesheilige, vooral dan als genezer van allerlei huidziekten. De bedevaart won snel aan kracht. Ze werd zo belangrijk, dat nog vóór 1437 de kermis werd verplaatst van 23 april naar 10 mei, de feestdag van Sint-Job, een dag waarop veel pelgrims naar Wezemaal afzakten.
Pelgrimsinsigne van Sint-Job uit Wezemaal, ca. 1450-1489, gevonden in het verdronken dorp Nieuwlande (Zeeland). Tin-lood, 6,4 x 4,3 cm. Opschrift onderaan: ‘S. JOB VAN WESEM[ALE]’. (Kunera nr. 00237. - Foto: Langbroek (NL), Collectie familie Van Beuningen)
In 1488 brak in Vlaanderen een grote opstand uit tegen Maximiliaan van Oostenrijk, de eerste Habsburgse vorst van de Nederlanden. De opstand mondde uit in een burgeroorlog (1488-1492). In november 1488 maakten 22 heethoofden uit Wezemaal en Werchter van de kerk van Wezemaal een weerstandsnest. Ze maakten zich meester van de kerk, en vormden het kerkhof om tot een aarden fort. Kern van dit ‘bolwerk’ was de pas voltooide, monumentale kerktoren: in hun ogen een onneembaar bouwwerk dat een vergelijking met de grootste donjons uit de streek kon doorstaan (Rotselaar, Ter Heiden, Rivieren, Horst).
Van einde maart tot diep april 1489 sloeg Albrecht van Saksen, de aanvoerder van Maximiliaans leger, zijn hoofdkwartier op in Werchter. Op 29 maart trok hij naar Wezemaal. De belegerden hadden zich verschanst in de kerktoren, met vuurwapens die ze van het garnizoen in Leuven hadden gekocht. Toen de belegerden weigerden de toren te verlaten, staken Albrechts soldaten de kerk in brand. Achttien belegerden vonden de dood. Hierdoor was de kerk zwaar beschadigd.
Rond pelgrimsinsigne met wapen van Eustaas van Brimeu, 1496 (omgerekend), vindplaats onbekend. Latoenkoper, doorsnede 4,3 cm. Rondschrift: ‘SANCTUS JOB + DE + WEESMALE + 1495’ (Kunera nr. 08796. - Foto: Brussel, Koninklijke Bibliotheek, Penningkabinet)
Beeld van de lijdende Sint-Job gezeten op de mesthoop, expliciet verwijzend naar de type-afbeelding van Christus na de geseling (‘Christus op de Koude Steen’); witte steen van Avesnes (Noord-Frankrijk), Brabants atelier, begin 16de eeuw. Topstuk van de Vlaamse Gemeenschap. (©Brussel, KIK/IRPA, cliché X008850)
Beeld van Maria Magdalena, met resten van de oorspronkelijke beschildering, uit hetzelfde atelier als het stenen beeld van Sint-Job. Witte steen van Avesnes (Noord-Frankrijk), begin 16de eeuw. Topstuk van de Vlaamse Gemeenschap. (©Brussel, KIK/IRPA, cliché X008858)
Kort na 1520 zakte de verkoop van insignes en de offergiften voor Sint-Job abrupt in mekaar. Deze implosie past in de plotse kentering in het religieuze gedrag rond 1520, met een kritische houding tegenover de uitwassen van heiligenverering onder meer onder invloed van het opkomende protestantisme.
Na een moeizame kwam de restauratie vanaf 1601 in een stroomversnelling, toen eerst de abt van Averbode (1601) en nadien de dorpsheer, graaf Lancelot Schetz, met geld over de brug kwamen. In 1610 stond de kerk weer helemaal onder een nieuw dakgebinte en kon ze worden heringewijd. De gewelven werden pas in 1613-1617 gebouwd, en in 1619 was de restauratie voltooid. De gewelven lijken 15de-eeuws, maar zijn dat dus niet: men koos voor de laatgotische vormentaal, zodat de ribben mooi konden aansluiten op de bewaard gebleven aanzetten van de ribben. Alleen het gewelf van het noordertransept bleef intact en dateert nog uit de 15de eeuw.
De kerktoren, begin 19de eeuw. Aquarel gemaakt van op de site van het kasteel. (KU Leuven, archief Raymond Lemaire)
Balusters in de koorafsluiting van 1625-1626, met daarop gegraveerd (ca. 1651) de namen en wapens van enkele weldoeners van de kerk: pastoor Herman Bergans; Vincent Corselius, schepen van Leuven en rentmeester van de kerk; Servatius Maes, abt van Averbode; Antoine Schetz graaf van Grobbendonk, baron van Wezemaal; Lambert Lorrain, koninklijk landmeter (©Brussel, KIK/IRPA,clichés X012822-23-24-26-33)
Beginpagina van de Franstalige versie van het mirakelboekje in 1633 geschreven door pastoor Herman Bergans, met de tekst van vijf mirakelverslagen uit de jaren 1508-1518. De oorspronkelijke verslagen waren geschreven op perkament en hingen tot 1579 tegen de binnenmuur van het koor. (Antwerpen, bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap, aanwinst uit 2019)
Onder de Franse overheersing verloor de kerk haar wereldlijke beschermheer, de hertog van Ursel, maar de norbertijnen uit Averbode bleven op post, tot in 1842. De laatste norbertijnenpastoors spaarden kosten noch moeite om de kerk in haar oude glorie te herstellen. Sint Job bleef daarin een prominente rol spelen. De kerk werd voorzien van twee nieuwe, monumentale portiekaltaren van Onze Lieve Vrouw en Sint Job (1819-1821). Job werd daarin voorgesteld als de belichaming van een onwrikbaar geloof, op het moment waarop hij door God uit zijn lijden wordt verlost.
De monumentale preekstoel uit 1854-59. Boven het Onze-Lieve-Vrouwaltaar is een kunstmatige Lourdes-grot aangebracht. Foto uit 1943. (©Brussel, KIK/IRPA, cliché A46858)
Enkele groepen uit de processie 1934; LINKS: De Sint-Jobsgroep, met de schoolkinderen als ‘klein Joppekes’. Vooraan, het vaandel met Sint-Job. Achteraan, de dragers met het Sint-Jobsbeeld. (Foto ingekleefd in een licentiaatsverhandeling uit 1958, KU Leuven) RECHTS: De groep van Sint-Martinusruiters. (Kulturele Kring Wezemaal)
Bedevaartsaffiche jaren 1950, editie 1958. (Rijksarchief Leuven, kerkarchief Wezemaal)
Bij de restauratie van de jaren 1960-1963 werd ook lokale ijzerzandsteen gebruikt. Steendelvers aan het werk in de steengroeve op de Heilig-Hartberg. Pastoor Cuypers hanteert persoonlijk een drilboor. (Kulturele Kring Wezemaal)
Laatste bedevaartaffiche, uit de jaren 1960. (Rijksarchief Leuven, kerkarchief Wezemaal)
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in een van onze teksten? Of heb je een waardevolle toevoeging. Laat het ons weten, we maken er direct werk van.