Een ringgracht, een poorttoren met ophaalbrug, een riante woning met bijgebouw: vergis je niet. Dit was geen kasteel, maar de woning van een dorpspastoor. Maar waarom zo’n ridderlijke woonst, en op zo’n groot terrein? De ziel van een gebouw geeft zich bloot wanneer we ons terug verplaatsen in de tijd waarin het is geboren. Ondanks alle verbouwingen en restauraties, weerspiegelt deze norbertijnenpastorie in essentie nog heel goed de context waarin ze is ontstaan: de eerste helft van de 17de eeuw.
Al in de middeleeuwen stond er op deze plek een pastorie. Sinds 1234 werd de kerk bediend door niet minder dan drie norbertijnen uit Averbode: reguliere kanunniken die zich bekommerden om prediking en zielzorg in parochies. De pastorie was een priorij in het klein: de pastoor werd beschouwd als de ‘prior’ van zijn twee confraters. Tegelijk had zo’n middeleeuwse pastorie veel weg van een boerderij: de pastoor bewerkte zelf een aantal gronden, en de graantienden van de parochie (één tiende van de oogst van alle parochianen) werden opgeslagen in de tiendenschuur, die op het terrein van de pastorie stond. Zowel de schuur als de pastorie waren opgetrokken in vakwerk: een houten geraamte met lemen wanden en strooien daken. Het grote terrein was heel waarschijnlijk een gift van de heer van Wezemaal, waarvan het kasteeldomein zich hier net achter bevond.
Oorkonde uit 1303 van Goswin, pastoor van Aarschot, en Willem, pastoor van Wezemaal, met vermelding van een klein begijnhof gelegen tegen de omheining van de toenmalige pastorie. (Abdij Averbode, archief)
De nieuwe pastorie en schuur, opnieuw in hout en leem, overleefde de eerste fase van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1609), ook al brandde de kerk door een blikseminslag in 1579 volledig uit. Niet lang na de hervatting van de oorlog (1621) sloeg het noodlot opnieuw toe. In 1622, tijdens het beleg van het verre Bergen op Zoom, voert een bende Kroatische ruiters, huurlingen in dienst van Spanje, een raid uit tot diep in zuidelijk Brabant. Ze plunderen ook Wezemaal en brandden de pastorie af.
En dan toont zich de energie van de nieuwe generatie norbertijnen van de contrareformatie, de grote hervormingsbeweging binnen de Katholieke Kerk als reactie tegen het protestantisme. Op één jaar tijd, in 1624, slaagt pastoor Leyssens er in, met steun van zijn abdij en van zijn ouders, een nieuwe pastorie te bouwen. In steen. Het dakgebinte werd geconstrueerd met hout uit de bossen van Averbode en naar het voorbeeld van dat van het gloednieuwe washuis van de abdij (1623).
Jaartal 1624 met metselaarsteken in de oostgevel, vóór de restauratie van 2011-2013.
Dit gebouw is reeds te zien op de kaart uit 1659. Het jaartal 1685 slaat wellicht op een uitbreiding. Wellicht deed het gebouw toen dienst al tuinierswoning. Oorspronkelijk stond hier het bakhuis. (©Brussel, KIK/IRPA, cliché X008895)
De achterzijde en tuin, opname begin 20ste eeuw. (Kulturele Kring Wezemaal)
Tussen 1752 en 1768 werd de ‘ontvangstkamer’ (salon?) in de zuidoosthoek – de enige ruimte waarvan het interieur nog van vóór 1800 dateert – bekleed met een stoffen behang met handgeschilderde chinoiserieën, toegeschreven aan het Brussels atelier van Cornelis ’t Kind (werkzaam tussen 1752 en 1775). Het schilderij boven de rococo schoorsteenmantel toont het Dankoffer van Noach. De fraaie verzilverde luster (midden 19de eeuw) is afkomstig uit het koor van de kerk. Waarschijnlijk werd in die jaren ook de zuidgevel gemoderniseerd. De 17de-eeuwse kruisramen werden vervangen door ramen met een steekboog, en boven de achterdeur werd een zonnewijzer aangebracht.
De18de-eeuwse zonnewijzer op de achtergevel, voor de restauratie van 2011-2013 (©Brussel,KIK/IRPA, cliché X008833)
Het Dankoffer van Noach, schilderij, midden 18de eeuw, boven de rococo schoorsteenmantel in de ‘ontvangstkamer’. (©Brussel, KIK/IRPA, cliché X008873)
Bekleding met chinoiserieën van de ‘ontvangstkamer’, details. (©Brussel, KIK/IRPA, clichés X008875 en X008881)
De18de-eeuwse zonnewijzer op de achtergevel, voor de restauratie van 2011-2013 (©Brussel,KIK/IRPA, cliché X008833)
De bepleisterde voorzijde van de pastorie, op een postkaart afgestempeld in 1905. (Kulturele Kring Wezemaal)
De bepleisterde voorzijde van de pastorie, met glazen passage (‘serre’) tussen de poorttoren en de voordeur geplaatst tussen 1910 en 1916 (gesloopt in 1959) (©Brussel, KIK/IRPA, cliché a050544)
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in een van onze teksten? Of heb je een waardevolle toevoeging. Laat het ons weten, we maken er direct werk van.